De Boheemse connectie

Gepubliceerd op 27-11-2022 , laatst bijgewerkt op 07-12-2022.
Type
Blog
Taal
Nederlands

De laatste jaren hebben Belgische toeristen Tsjechië volop (her)ontdekt als bestemming. Zeker citytrips naar de hoofdstad Praag zijn bijzonder populair. Wie de ‘Stad met de Honderd Torens’ zelf nog niet bezocht, zag alle topmonumenten wel al eens passeren op sociale media. De burcht, de Karelsbrug en de astronomische klok in Praag, maar ook de kastelen van Karlštejn, Hluboká en Český Krumlov, of nog, de zilverstad Kutná Hora: het huidige Tsjechië speelt haar historische sites, en vooral haar middeleeuwse erfgoed, volop uit.

Recent heeft zelfs Netflix de middeleeuwse geschiedenis van Tsjechië - toen het Koninkrijk Bohemen - ontdekt als verhaalstof. Het in 2022 gelanceerde historische drama ‘Medieval’ - what’s in a name? - vertelt over de vroege jaren van Jan Žižka (ca. 1360 - 1450), een religieus-geïnspireerde opstandeling en militaire commandant, en allicht de bekendste “nationale held” van Tsjechië. ‘Medieval’ is de duurste Tsjechische film ooit, maar brengt - op dronebeelden van indrukwekkende bossen en burchten na - een wel zeer clichématig en naargeestig beeld van vijftiende-eeuws Bohemen, geheel in de “middeleeuwse” stijl die we ondertussen van Hollywood gewoon zijn: geïsoleerd, donker, weinig ontwikkeld en verscheurd door pest, honger en oorlog. Dat doet op z’n zachtst gezegd weinig recht aan een middeleeuwse geschiedenis die getuigt van heel wat dynamiek.

Quasi onbekend zijn bijvoorbeeld de rijke contacten van het hertogdom - en later koninkrijk - Bohemen met de Zuidelijke Nederlanden. Al in de tiende eeuw waren er bijvoorbeeld aantoonbare handelsbanden tussen het graafschap Vlaanderen en de meest vooraanstaande Boheemse steden zoals Praag en Kutná Hora (zie afbeelding links). Vlaanderen importeerde was, zilver en goud vanuit Bohemen en exporteerde op haar beurt dan weer laken en waarschijnlijk ook gezouten haring. Boheemse bronnen uit de elfde eeuw vermelden immers dat geïmporteerde gezouten zeevis (‘herynk’) werd aangeschaft en verdeeld onder de armere bevolking. Tijdens deze periode waren Vlaamse kuststadjes zoals Nieuwpoort en Oostende bekend voor hun haringvisserij. Zij wisten het zelfs voor elkaar te krijgen om de Duitse Hanze en de Balkangebieden te overtreffen, hun afzetgebieden over te nemen en nieuwe markten aan te boren, waaronder ook de Boheemse steden.

 

Niet alleen goederen werden over de lange landroutes versleept. Er was ook een belangrijke uitwisseling van kennis en knowhow tussen de twee regio’s. Een mooi voorbeeld hiervan is de Vlaamse lakenwever Christophe van Ieper die in 1327 de stadsrechten van de Oude Stad in Praag ontving. De impact van de renommee van de Vlaamse ambachtslieden in Bohemen is niet te onderschatten. Karel IV, koning van Bohemen en keizer van het Heilig Roomse Rijk, haalde bijvoorbeeld de Vlaamse architect Matthias van Arras naar zijn hof in Praag om gebouwen te ontwerpen die nu tot de meest iconische Tsjechische bezienswaardigheden behoren. Zo maakte Matthias de eerste schetsen voor de Sint-Vituskathedraal, en vatte hij ook de bouw ervan aan. Voor zijn veertiende-eeuws gotisch pronkkasteel, Karlstein, deed de keizer opnieuw maar wat graag beroep op de meesterarchitect.

Ook de Vlaamse miniatuurschilderkunst raakte populair aan het Praagse hof. Wanneer Karel IV zijn zoon Wenceslaus op de troon komt, laat hij een verluchte bijbel maken, die nu wereldberoemd is als de Wenceslaus-Bijbel (zie afbeelding links). Een van de miniaturisten van dit rijkelijk versierde handschrift moet goed bekend zijn geweest met het werk van Ieperse kunstschilder Melchior Broederlam, aangezien een deel van de miniaturen grote overeenkomsten met diens oeuvre vertonen.

Op het politieke vlak waren er ook connecties, vooral binnen de Luxemburgse dynastie in Bohemen, die de macht in handen kreeg omdat de laatste troonerfgenaam van het rijk een vrouw was geweest. Omwille van de Luxemburgse oorsprong, zette Karel IV sterk in op een nauwere band met vorstendommen in de Lage Landen, vooral het hertogdom Brabant. Zo steunde hij het huwelijk van zijn stiefbroer, alweer een andere Wenceslaus, met Johanna van Brabant. De ambitieuze Wenceslaus bouwde een fenomenaal hof uit, maar was bijzonder onpopulair en voedde bij de Brabantse steden de angst voor buitenlandse invloeden in het bestuur. Ze kwamen uiteindelijk in opstand. Johanna en Wenceslaus beseften hierdoor dat ze nood hadden aan een sterke bondgenoot. Het is hier dat Karel terug op het toneel komt. Hij sloot namelijk een verdrag met zijn halfbroer en schoonzus, waarin staat dat bij het kinderloos overlijden van Wenceslaus en/of Johanna het hele hertogdom Brabant onder de Luxemburgse dynastie zou komen. De hele Boheems-Brabantse affaire is te begrijpen als een poging om de positie van het stamhuis Luxemburg in de Nederlanden te versterken.
 

 

Van Karels plan zou niets in huis komen. Ondertussen was er immers een nieuwe dominante macht in de Lage Landen: de Bourgondiërs. Toch verdwenen de contacten met Bohemen niet. In de vijftiende eeuw reisde de Boheemse edelman Jaroslav Lev van Rožmital samen met een delegatie doorheen heel Europa. Vermoedelijk was hij op diplomatische missie langsheen de belangrijkste adellijke hoven in Europa - en uiteindelijk tot bij de Paus in Rome - om steun te zoeken en te bemiddelen voor de Boheemse koning die in onmin was geraakt met de Roomse kerk. Rožmital faalde in zijn opzet, maar zijn ongemeen boeiende reis is uitgebreid beschreven in verslagen van zowel schildknaap Wenzel Schascko als een Neurenbergse schrijver die voor de gelegenheid was aangeworven, de ridder Gabriel Tetzel.

De Boheemse delegatie reisde af naar het Bourgondische hof in Brussel om er hertog Filips de Goede te bezoeken (zie afbeelding links). Maar niet zonder een tussenstop in Mechelen, waar de bewoners naar verluidt de heer Jaroslav ontvingen met veel eerbetuigingen en met nog veel meer wijn. Zowel Tetzel als Schascko lijken onder de indruk van de steden in de Nederlanden, maar raken pas echt niet uitgepraat over de grandeur van het Bourgondische hof in Brussel. Ze worden uitgenodigd op banketten, bezoeken de hertogelijke privédierentuin in wat nu het Warandepark is, en werden zelfs toegelaten tot de Bourgondische schatkamers. De collectie was zó groot dat zelfs de bewaker nog niet alle rijkdommen had gezien: schitterende kledij, kostbare sieraden en edelstenen, en een Bourgondische obsessie met peperdure hoeden!

Na het bezoek aan het hof van Filips de Goede, en een feest met de triomferende Karel de Stoute, reisde het gezelschap nog even door naar andere steden en gebieden in de Zuidelijke Nederlanden. Via Dendermonde, klaarblijkelijk nogal moerassig, kwam het gezelschap aan in Gent. Schascko benadrukte de macht en de handel van de stad, maar was vooral onder de indruk van de vele mooie vrouwen. Tetzel focuste dan weer op het beeld van de stad zelf: Gent was zonder twijfel de grootste en machtigste onder het gezag van de hertog, maar stond ook toen al bekend voor haar opstandige en rebelse karakter.

Tot slot mocht tijdens een bezoek aan de Zuidelijke Nederlanden natuurlijk Brugge niet ontbreken. Ze arriveerden in de metropool aan de Noordzee net tijdens het carnaval. Rožmital, Tetzel en Schascko waren wel wat gewoon uit het rijke Praag en andere Boheemse centra, maar wat ze in feestend Brugge zagen tartte toch hun verbeelding. Allicht prikkelde het ook hun nieuwsgierigheid: de nogal dunne beschrijvingen suggereren in elk geval dat de Bohemers iets anders te doen hadden dan ijverig noteren. Wat hen vooral bijbleef van Brugge waren de gemengde “stoven” of badhuizen, de grote feesten van de stadselite en hun separés voor nachtelijke gelegenheidskoppels. Ondanks de vele contacten, waren dat kennelijk praktijken waarvan men nog niet had gehoord in Bohemen, en die men al zeker niet had geïmporteerd...

"De Boheemse connectie" is een bijdrage van Jens De Rijbel, onderzoeksstagiair bij het Pirenne Instituut (2022-2023). Hij is een MA-student historische taal- en letterkunde en onderzoekt laatmiddeleeuwse Nederlandse literatuur en de beeldvorming van de steden. Hij is ook bijzonder geïnteresseerd in de geschiedenis van Tsjechië.

"Praags panorama" (onderaan) is een foto door David Iliff (CC BY-SA 3)